Tekenen en schrijven

Het is lang geleden dat ik zo intensief heb zitten tekenen en schrijven. Toen ik 20 jaar was tekende ik strips. Meer uit passie dan als verdienste, want het betaalde eigenlijk niet. Om die reden stopte dat toen en begon ik meer en meer te schilderen. Al die tijd heb ik niets meer met deze tak van sport gedaan.

Maar nu is dat veranderd. Ik was bijna vergeten hoezeer ik hier van kon genieten. Doordat ik nu zelf boekjes uit kan geven en dus niet meer afhankelijk ben van een uitgever, is het bloed weer sneller gaan stromen en zit ik weer hele dagen lang te tekenen en te schrijven.

 

Boekjes maken

Momenteel ben ik voornamelijk aan het schrijven en tekenen. Mijn eerste eigen boek ligt nu bij de drukker met het verhaal over de drieling van Terhole. Door de jaren heen heb ik heel wat verhalen zitten schrijven waar ik nooit wat mee gedaan heb omdat ik er nooit tijd voor had en omdat ik geen zin had om alles zomaar af te geven aan een uitgever. Nu ik zelf op de stoel van de uitgever kan gaan zitten veranderde dat. Nu komen al die ideeën voor boekjes me uitstekend van pas en ga ik me de komende ‘feestdagen’ bezig houden met (her)schrijven, genieten en tekenen.

Pietje Tuf

Hierboven zie je een tweetal pagina’s uit een nieuw boekje over dorpsverhalen. Het decor is natuurlijk mijn eigen dorp, Hoek, maar de personages komen voort uit mensen die ik ooit heb leren kennen en die me voor een dergelijk verhaal hebben kunnen inspireren. Zoals Dirk van Ham. De boerenzoon die het allemaal wel geloofd en dik tevreden is met zijn eigen kleine wereldje in en rond het dorp. En Pietje Tuf, de eeuwig gehaaste bakkersknecht die met zijn bakfiets het hele dorp afsjeest om zijn bestellingen te bezorgen. Hij is daardoor ook een beetje journalist, omdat hij alle dorpsnieuwtjes kent en door kan vertellen. Daarnaast is hij ook een soort van dorps-entertainer, houdt hij van gekke streken en neemt hij graag iedereen in de maling. Guus Carton, de uitvinder en elektrotechnicus van het dorp. Hij beheert, samen met zijn vrouw, de elektro-winkel van het dorp, waar hij ook zijn werkplaatsje heeft waar hij, bijvoorbeeld, je stofzuiger kan repareren. Naast ‘elektrieker’ is hij ook de dorps-achcheoloog, samen met Jules, de kapper, zoekt hij naar het verleden en alles wat ze vinden wordt zo mooi mogelijk tentoongesteld in de kapperszaak van Jules, zodat diens kapsalon ook een soort van museum is.

‘Stalin’, de dorpssmid, een ‘no-nonsence’ type waar je beter geen ruzie mee kan krijgen, kan alles aan elkaar lassen en smeden wat weer vast moet komen te zitten, en zo heb ik nog wel meer karakters die samen een gefantaseerde samenleving kunnen gaan presenteren. Heel erg leuk om te doen en ik zit nu hele dagen te genieten van mijn eigen flauwekul.

Ik werk nu aan een eerste boekje met die dorpsverhalen waarin ik alle karakters voor ga stellen. Gevolgd door een klein avontuur. Een mysterieuze gebeurtenis die het hele dorp aan de praat houdt.

Het boekje in 52 pagina’s

Ik ben er de laatste tijd nogal druk mee. Met het maken van het boekje over het verhaal van de drieling van Terhole. De contacten met de drukker zijn gelegd, de eerste stappen om (zelf) een boekje uit te gaan geven eveneens. Er zitten nu 25 tekeningen in die het complete verhaal gaan illustreren. Tijdens de vertelavond wordt alleen de gecomprimeerde versie verteld (in Axels dialect). Als alles gaat zoals het er nu uitziet zal het boekje medio Maart op de markt komen. Dat komt wel heel mooi uit met de opening van het expositie seizoen bij Galerie & Kunstcafé Lokaal 54 waar mijn hele ‘Zeeuwse collectie’ hangt.