Van Tine (Van der Zee) kreeg ik deze foto toegestuurd van een gezellig samenzijn rond de Venus van Zwingelspaan in haar prachtig verlichte kapelletje. Als je niet beter zou weten zou je kunnen denken dat mensen, ergens ver weg, in een mysterieus land, bij elkaar gekomen zijn voor de aanbidding van de Venus van Zwingelspaan.
Dit zijn nou foto’s waar ik helemaal blij van wordt. Je kunt je. als artiest geen betere waardering voorstellen.
Venus worship
Tine (Van der Zee) sent me this photograph from a pleasant gathering with friends at her home in Zwingelspaan (Netherlands) around the little Venus statue in her little chapel. If nobody knows the real background of this picture, you can imagine a sacred gathering around a Venus of Zwingelspaan somwhere down, in a mysterious place, in the world.
Omdat ik de kleuren in de lucht op het schilderij ‘Venus van Wolford’ veel te hel en te hard vond heb ik ze aangepast en dat ziet er meteen een stuk beter uit. Dit had ik al willen doen toen ik nog aan het schilderen was, maar hevige twijfel weerhield me hiervan. Uiteindelijk luisterde ik toch naar mijn ‘kleine stemmetje’ en paste de lucht aan.
Because the hard sky-colours in the painting ‘Venus of Wolford’, I dicide to adjust these into more natural colours.
Ook de plaatsing van het Venus beeldje in de houten bol beviel me niet. Dat zag ik pas na een avond kijken en denken. Het was gewoon niet goed. Ik zocht naar een manier om haar echt in de bol te plaatsen en daarvoor plaatste ik haar op een sterk gekronkelde wilgentak die precies in de holte paste die ik op het oog had.
En dat resulteerde meteen in een veel beter resultaat. Ze zit nu niet op de bol, maar er echt in. Ze zweeft zelfs. Ik had het me niet mooier kunnen bedenken en soms denk ik wel eens dat dit soort ontwikkelprocessen van bovenaf gestuurd worden. Alles valt nu precies samen. De goden zijn me gunstig gezind.
Het zijn van die momenten dat alles, letterlijk, op zijn plaats valt. Het creatieve proces, of het scheppingsproces, is nu voltooid en nu rest me alleen nog het technische deel om alles degelijk en goed af te werken. Ook dat is scheppen, maar dan vooral technisch.
Ook de stenen lakzegelafdruk heb ik vandaag in de sokkel verwerkt. De tekst erboven staat er in opzet op en moet nu drogen om er nog een tweede en laatste laag overheen te schilderen.
And I also adjust the place of the little Venus statue. In the first place, she’s standing up to the surface. Now she’s more part of the wooden ball in one of the holes of it. She’s more living in the ball now. It’s all part of the creativ-artistic proces. Some times things need more time and studie. But afther all, I’m verry happy with these adjustments.
Ik heb nu een prachtig Venus beeldje voor bij het schilderij. Gebakken in een veldoven bij Tine, in Zwingelspaan (zie vorige film), en nu moet ik alleen nog een manier zien te vinden om het beeldje te presenteren op een tentoonstelling. Ik heb daar wel een idee bij.
Maar eerst heb ik mijn handen meer dan vol aan het maken van dit filmpje. Ook een vorm van kunstenmakerij. Het kost me vooral veel tijd om het beeldje zo te filmen alsof het uit het duister naar voren komt, maar het lukt me uiteindelijk prima en ik ben over deze scène zeer tevreden.
Ik rij naar Bax, omdat ik daar ooit van die prachtige houten bollen heb zien liggen en toen ik di zag wist ik al dat dit de beste manier was om mijn beeldje, met prehistorische achtergrond, te presenteren.
Het hoort gewoon bij elkaar alsof het door de natuur zo bedacht is. Lang hoef ik niet na te denken. Maar er hing wel een aardig prijskaartje aan.
Op weg naar huis, met mijn houten bijrijder.
Met houten bal op weg naar huis. Hier sjees ik over de lage brug bij Terheijden. Dat is een brug die ik mijn leven al heel wat keren heb overgestoken met een enorme diversiteit aan voertuigen.
Thuis aangekomen ga ik meteen aan de slag. Het begin van een lange werkdag die tot half twee, in de ochtend, zou gaan duren.
Daar werk ik meteen een, speciaal hiervoor gedraaide, houten pen in de bol waar het Venus beeldje op komt te staan. Tevens maak ik een soort kom waar het beeldje in kan staan waardoor het beter toont.
En dan is dit het resultaat. De hoofdconstructie is nu af en nu rest mij alleen nog wat afwerking, waar ik de volgende dag mee verder ga.
In Natuurhistorisch Museum in Wenen wordt een prachtig klein beeldje bewaard. Het is zo’n 11 cm groot, 25.000 jaar oud en het werd op 7 Augustus 1908 door archeoloog Josef Szombathy gevonden te Willendorf. En om die reden heet het ook de Venus van Willendorf.
Het stelt een vrouw voor waarvan de geslachtskenmerken expliciet zijn weergegeven: zware borsten, dikke billen en dijen en een vagina. Waarschijnlijk was het beeldje een vruchtbaarheidssymbool. Het wordt gedateerd tussen 20.000 en 25.000 v. Chr. Uit Europa zijn meer van dergelijke beeldjes bekend, gemaakt van been en ivoor. Ook zijn er vele replica’s van in omloop. Het origineel bevindt zich dus in het Natuurhistorische Museum in Wenen.
Ik vind dit het mooiste Venus beeldje van alle Venus beeldjes die ooit gevonden zijn en om die reden besloot ik dit beeldje te gaan gebruiken in een schilderijj dat ik wilde gaan maken over het Venus symbool. De Venus van nu tegenover de Venus van toen.
De Venus van nu zie je terug in de mode. Ik koos het toonaangevende modemerk Wolford uit als het meest tot de verbeelding sprekende merk, maar ook omdat Wolford in Wenen gevestigd is en op een steenworp afstand zit van de 25.000 jaar oude Venus in het museum.
De Venus van nu is super-slank in plaats van super-dik. Daar tegenover staat dat wij steeds dikker worden en die verhouding had mijn aandacht getrokken.
Maar niet allen ik had dat al opgemerkt. Deze cartoonist had het al eerder op papier gezet.
Ik koos dus voor een speciaal model van Wolford om dit schilderij te gaan maken. Ze heeft de specifieke contouren van een etalagepop en etalagepoppen kun je zien als moderne Venus beelden op ware grootte.
En terwijl ik aan het schilderen was ontstond het idee om ook zo’n driedimensionale Venus van Willendorf erbij te hebben. Je kunt replica’s kopen van dat beeldje, maar ‘je suis artist’ en het zou vloeken in de kerk worden als ik het niet zelf zou gaan maken.
Ik kocht een bonk klei, bij Deva, de kunstenaarsmaterialenhandel in Breda, waar ik mijn leven lang al inkoop, en ging aan de slag. Ik had ook meteen het plan opgevat om dat beeldje te gaan bakken in een prehistorische veldoven. Je krijgt dan van dat prachtige prehistorische grijze aardewerk.
Maar nadat ik tal van web-sites had bekeken van mensen die met veldovens werkten zag ik dat die ovens een enorme rookontwikkeling veroorzaakten. Dat kon je onmogelijk in een bewoonde wereld gaan doen.
Maar gelukkig ken ik Tine van der Zee. Keramiste en fruitteler en in het bezit van veel kennis en héél veel ruimte.
Samen met Tine ging ik aan de slag. We zochten een mooi plekje uit in de boomgaard en daar kon ik mijn veldoven gaan opbouwen.
Ik maakte een vierkant stuk grasland vrij om de oven op te kunnen bouwen. De uitgespitte plaggen bewaarde ik apart om later te gebruiken als isolatie van de veldoven.
Met vuurvaste bakstenen maakte ik twee tunnelingangen in de lijn van de windrichting. Een lange tak diende als noklat voor de tunnel van kleine houtjes in de veldoven, zodat daardoor de nodige zuurstof aangevoerd kan worden.
De drie beeldjes die ik maakte plaatste ik middenin. Op die plek wordt het vuur het heetst. Drie maagdelijk witte beeldjes die straks zwart-grijs uit de as zullen verrijzen. Althans dat hoop ik. De kans dat de beeldjes barsten in zo’n ongecontroleerde oven is heel groot. Ik reken er op dat het mis kan gaan en zie dan wel hoe ik verder ga. Als ik één beeldje overhoud ben ik al heel tevreden. Dan hebben de goden dàt ene beeldje uitgekozen als Venus van Zwingelspaan.
De tunnel werd afgebouwd en ik strooide een hoeveelheid zaagsel over de beeldjes heen ter bescherming tegen de ergste hitte. Zaagsel heeft een isolerende werking, las ik op een van die sites die ik bezocht, en dat is nodig omdat het vuur in de veldoven snel erg heet wordt en door die snelle opwarming barsten de beeldjes beslist. Een andere methode om de hitte te temperen is het afschermen met gedroogde koeienflaters. Maar eer was geen koe in de wijde omgeving te bekennen.
Vervolgens bouwde ik de brandstapel op rond de drie Venus beeldjes. Eerst kleine dunne takjes rondom de beeldjes en daarna steeds grotere takken.
Daarna plaatste ik de plaggen rond de brandstapel met de graskant naar binnen gericht. Dat gaat zo enorm roken. Sammy, de verschrikkelijk leuke hond van Tine, hield me de hele tijd gezelschap en volgde elke stap in de opbouw van de oven.
En dan kan de fik erin. Het koste even wat moeite om de stapel in brand te krijgen maar uiteindelijk lukte dat en vanaf dat moment begon de belt enorm te roken. Binnenin brandde vrijwel meteen een heel hevig vuur. En nadat de brand er eenmaal goed in zat dichtte ik de open gelaten bovenkant (open voor de doorstroming van lucht) af met nog wat plaggen.
De volgende dag brak het spannende moment van waarheid aan. De veldoven is dan nog roodgloeiend en als ik er en stokje in steek begint het spontaan te branden. Eén voor één haal ik de beeldjes er uit.
Helaas zijn alle beeldjes beschadigd. Het minst beschadigde beeldje, waar slechts een kleine scherf vanaf was, werd gelijmd en dat werd het Venus beeldje dat ik ga gebruiken voor bij het schilderij. Het tweede beeldje is eveneens beschadigd maar kan ook makkelijk hersteld worden en om die reden werd dat het beeldje dat in Zwingelspaan achter zou blijven als de enige echte Venus van Zwingelspaan. Ze heeft zelfs een eigen kapelleke. Het derde beeldje was te ver kapot en incompleet dat ik het niet meer kon herstellen en dat ging mee naar huis als aandenken.
Met speciale keramiek-lijm herstellen we de beeldjes weer tot één geheel. Ze hebben een prachtig grijs-zwart pattien en ik ben ontzettend tevreden over het resultaat.
De film eindigt met een beeld van de Venus van Zwingelspaan in het kapelleke. Toeval bestaat niet, zou je kunnen zeggen, want het kapelletje leek wel op de Venus te wachten.
Voor het schilderij ‘Venus van Wolford’ moest er nog een klein beeldje gebakken worden. Liever gezegd, drie beeldjes. Het is een door mij gemaakte replica van het beroemde Venus von Willendorf beeldje dat in 1904 ontdekt werd te Willendorf (Oostenrijk). Zie ook: De Venus van Zwingelspaan.
Om dat geheel in stijl tot de wereld te laten komen bedacht ik een plan om het beeldje in een primitieve veldoven te gaan bakken ergens op het land. Het nadeel van dit bakproces is dat het enorm gaat roken. En om te voorkomen dat ik dan bezoek zou krijgen van vier of vijf grote brandweerwagens moest er een plek, goed ver, achteraf gezocht worden. Die plek diende zich eigenlijk vanzelf aan. Collega Tine van der Zee (keramiek) had die ruimte. Meer dan dat zelfs. En zo ging ik op een goede dag met drie beeldjes naar Zwingelspaan om ze daar te gaan bakken op het veld. Een pracht van een boomgaard, in dit geval.
Koffie in een wat hippie-achtige setting. V.l.n.r. de moeder van Tine, Tine, ik en Marianne Akkermans.
Tine leeft, woont en werkt in een omgeving die ik zo met haar zou willen ruilen. Vlak bij onze stookplaats bevindt zich de ideale overkapping, midden tussen de fruit en notenbomen, waar we, super-relaxed, het hele bakproces konden volgen.
Om te beginnen maakte ik een vierkant stuk grasland kaal. De uitgespitte plaggen van gras leg ik apart, want die heb ik later nodig om de ‘belt’ af te dekken.
Acht vuurvaste bakstenen worden in de lijn van de windrichting neergelegd om de vulkanische belt van zuurstof te voorzien. Via die tunnel wordt de belt ook aangestoken. Bovenop de stenen wordt een tak gelegd die als nok van de tunnel zal gaan dienen en exact in het midden zet ik een houten stammetje waar de drie Venus beeldjes tegenaan gezet worden.
De drie beeldjes zijn hol. De opening van die holte moet naar beneden gericht staan en zo kon ik de drie dikke dames in een kringetje neerzetten. Het begin van een echte ‘Witte Wyvenbelt’.
Vervolgens maakte ik de tunnel en strooide ik voldoende zaagsel over de beeldjes. Dit is de kern van de belt waar het straks het heetst wordt. Het zaagsel zorgt ervoor dat de temperatuur niet meteen heel hoog oploopt in dat deel. Want zo’n veldoven wordt meteen bijzonder heet. Eigenlijk had ik dit deel nog even af moeten dekken met gedroogde koeienflaters, maar alle koeien uit de omgeving waren op vakantie, lijkt wel.
Dan is het een kwestie van zorgvuldig stapelen van brandhout. Hout waar ooit de lekkerste peren aan groeiden, maar dat terzijde.
Sammy, het verschrikkelijk lieve huisdier van Tine, houdt het hele bakproces mee in de gaten.
Dan komen de plaggen aan de beurt. Alle uitgespitte plaggen komen met de graskant in de richting van het vuur te liggen. Dit veroorzaakt straks een enorme rookontwikkeling. Maar dat hoort er nu eenmaal bij.
In het onderstaande time-lapse filmpje kun je zien hoe de belt ontstoken werd. Hij brandde niet gelijk, maar na wat extra aandacht ging de vlam er definitief in.
De belt wordt nu een kleine vulkaan. De temperatuur loop snel, zeer hoog, op. Dat zorgt ervoor dat al het hout ongeveer tegelijk ontbrandt.
De belt brandt. Bovenin is de belt nog open om het vuur snel te laten ontbranden. In de belt loopt nu de temperatuur razendsnel op naar zo’n 1000 ºC. Ik hoop nu maar dat het zaagsel, rondom de beeldjes, de temperende werking heeft die nodig is om in die fase de beeldjes niet meteen te laten barsten.
Rooksignalen boven Zwingelspaan.
Als de vlammen uit de bovenkant van de belt slaan is dat een teken dat deze goed brandt. Dan kan de laatste plag erop gelegd worden om de belt af te dichten waarna deze de temperatuur nog sneller laat stijgen. De tunnel zorgt voor aanvoer van verse lucht en binnen in de belt is het dan één groot hellevuur.
Na een uurtje stoken begint de belt in te zakken en moet je open gekomen gaten afdichten met nieuwe plaggen. Dan is pas goed te zien, en te voelen, hoe heet het daarbinnen is.
We zijn zo rond vier uur in de middag begonnen met stoken. Tegen acht uur ‘s-avonds was de belt al aardig ingezakt en werden er nog wat laatste plaggen op gelegd om het vuur zo lang mogelijk heet te houden. De plaggen dienen nu ter isolatie en houden de temperatuur zo lang mogelijk vast. Ook zorgen de plaggen ervoor dat de temperatuur langzaam daalt. De volgende ochtend zien we het resultaat.
Het is buitengewoon spannend. Hebben de beeldjes het overleefd? Als ik één heel beeldje heb ben ik al zeer tevreden. Als alles in scherven ligt moet ik een B-plan uit gaan voeren. En dat houdt in dat ik iets moet gaan doen met de scherven.
Als we de volgende dag aankomen zien we dit zie foto hierboven). De veldoven is volledig ingezakt en het is er nog steeds gloeiend heet. Als fervent haardstoker had ik een hoopje wit-grijze as verwacht, maar in de belt zit vooral veel houtskool en het is er echt nog steeds loeiheet.
Als ik er met een stokje in de belt ga roeren begint het stokje te smeulen en vat het zelfs vlam. Het eertse wat ik in de as en houtskool massa tegenkom is de lakzegel van klei. Het ding is perfect gebakken en dat beloofd veel goeds. In de sensatie vergeet ik foto’s te nemen maar gelukkig is Tine nuchter genoeg om foto’s met haar mobieltje te maken.
Een voor een komen nu ook de beeldjes in zicht. De eerste die ik boven de asmassa uithaal is de grootste. Die lijkt geheel perfect, maar later zou blijken dat daar toch een klein scherfje afgebarsten is. De tweede heeft een wat grotere beschadiging, maar is verder ook mooi in tact. De derde, het kleinste beeldje wat ik het mooiste vond, is zwaar beschadigd.
We hebben nu twee vrij intacte beeldjes en het plan om er een in Zwingelspaan achter te laten is al snel geboren. De goden hebben bepaald dat de grootste Venus van Zwingelspaan mee zal reizen met de kunsten. De ander zal een mooie bestemming krijgen en we denken al te weten waar dat zal zijn.
Zo, zie foto hierboven, kwamen de beeldjes uit de belt. Ze hebben dat prachtige patien van prehistorisch grijs aardewerk, wat ik zo mooi vind. Mijn dag kan al niet meer stuk.
Ik zoek zo veel mogelijk scherven bij elkaar en dan kunnen we, bij de heerlijke overkapping met uitzicht op het ons omringende platte land, vaststellen dat we twee beeldjes goed kunnen herstellen. Het grootste en minst beschadigde beeldje zal het beeldje worden dat bij ket schilderij (Venus van Wolford) zal worden geëxposeerd en het tweede beeldje zal in Zwingelspaan blijven, als Venus van Zwingelspaan.
Het kapelleke van Tine dat nu dienst doet als de veldkapel van de Venus van Zwingelspaan.
Onder de overkapping van Tine staat een klein kapelleke. En daar past het middelste beeldje perfect in. Alsof het er voor ontworpen is. En dat is dus de behuizing voor de Venus van Zwingelspaan die in Zwingelspaan blijft.
Met wat lijm, speciaal voor gebarsten keramiek, worden de beschadigingen hersteld. We hebben nu een hoop geleerd in korte tijd. We gingen er vanuit dat we een redelijke kans van slagen hadden om een paar beeldjes te bakken in een prehistorische veldoven. In die opzet zijn we dus geslaagd. Ik hield er al rekening mee dat de beeldjes zouden barsten. Als ik er dan één overhield dan was ik al dik tevreden. Dat zou dan het beeldje zijn dat door de goden was uitgekozen om uit het vuur te verreizen en dat beeldje zou dan het beeldje van de Venus van Zwingelspaan worden dat samen met het schilderij tentoongesteld zou worden. We wisten dat een veldoven flink zou gaan roken. Maar dat er zoveel rook vanaf zou komen verraste ons. Mensen in de omgeving hadden kunnen denken dat er echt brand was uitgebroken en dat had voor het nodige theater kunnen zorgen met brandweer en politie.
En dan stuurt Tine mij de bovenstaande foto als ik thuis lekker zit te genieten van mijn avonturen. Twee agenten bij het kapelleke. Amai…
Het verhaal blijkt gelukkig anders in elkaar te steken. De dienders kwamen zomaar even langs om een praatje te maken en konden meteen kennis nemen van onze artistieke activiteiten. En natuurlijk van onze mysterieuze Venus van Zwingelspaan in haar kapelleke.
Al met al is het dus een zeer geslaagde onderneming geworden. In het hieronder staande filmpje kun je het hele verhaal nog eens terugzien in beeld en geluid.
In de film heb ik alleen één foutje gemaakt. De Venus van Willendorf is niet in 1904 gevonden maar in 1908. Op 7 Augustus 1908, om precies te zijn.
De vondst werd gedaan door Josef Szombathy. Zie foto hierboven. Meer info hierover vind je op Wikipedia
This painting is dedicated to all who want’s to leave, so called, normal life. It does not matter if you leave home to start a study or take discharge from your silly job to start your own bussiness, or what else. You are on your own now and on a brand new starting point to find your own way.
Dit schilderij maakte ik voor iedereen die uit wil vliegen. Of je nou voor het eerst op kamers gaat wonen, of je ontslag neemt, van je suffige baantje, en voor jezelf gaat beginnen. Er zijn natuurlijk nog veel meer toepassingen te verzinnen waar dit werk voor staat, maar de boodschap is dat je nu weer op jezelf bent aangewezen en je eigen wijze weg mag zoeken.
Dit overzichtje maakte ik laatst voor een presentatie van mijn werk. Het viel niet mee om iets samen te stellen omdat ik al heel veel heb gemaakt en graag alles zou willen tonen. Maar het werd dus deze selectie.
It was hard to select a few paintings of my total art-work for a presentation of it, but at least I made this collection.