Terwijl het buiten hard hagelt, zit binnen de brand goed in mijn kachel en op doek. Het is te zeggen, ik schilder nu eindelijk de kerkbrand van Hoek. Hier brandde vorig jaar onze mooie kerk af en daar ben ik een serie schilderijen over aan het maken. Voor straks te zien tijdens mijn Pinkster-expositie in Zetten bij Ewald Sorbi. Daar neem ik iets Zeeuws mee naar toe. En niet alleen de kerkbrand.
De kerk wordt momenteel weer herbouwd, maar zal nooit meer zo mooi worden als hij was. Op de foto, hiernaast, kun je zien waarom ik dit kerkje zo belangrijk vind. Op de achtergrond staat onze molen ‘Windlust’, en dat is voor mij weer een referentie naar de Wassenaarse molen met de zelfde naam. Mijn opa en oma woonde aan de Windlustweg en hadden zicht op die molen, die ik als kind enorm bewonderde. Maar wat ze in Wassenaar niet hadden was dracht. En die hebben wij hier in Zeeland wel. Dat maakt het allemaal net even mooier en indrukwekkender.
Klompen, box (broek) en broekstukken heb ik al. Het witte overhemd hoort hier niet bij. Daar hoort een bijna zwarte boezeroen boven gedragen te worden, maar die heb ik (nog) niet. Op de achtergrond, mijn Zeeuwse paleis.
Ikzelf ga straks in Axelse dracht, dat is de dracht die ook hier in Hoek gedragen werd en wordt. Zo’n kostuum spaar ik nu stukje bij beetje bij elkaar. De originele klepbroek heb ik al en ook de originele zilveren broekstukken.
Originele zilveren broekstukken met de afbeelding van Johan Willem van de Paltz te paard en de datum 1711 eronder. Dat is niet het jaartal waarin deze broekstukken gemaakt werden. Dat moet een datum van na 1850 zijn geweest.
Terug naar de afgebrande kerk van Hoek. Ik maak een serie schilderijen over dit onderwerp en de wederopbouw, die op dit moment in volle gang is. Het is een serie die gaat over Zeeuwse trots en strijdlust. Zeeuwen geven niet op, maar rapen de brokken bij elkaar en bouwen alles opnieuw weer op. Dat doen ze al zolang als er Zeeuwen bestaan. Die trots, en die veerkracht, zullen straks in deze serie schilderijen te zien zijn.