Al vrij vroeg, ongeveer half zeven, ben ik al weer actief in het atelier. Ik ben met meerdere werken tegelijk bezig. Gisteren begonnen aan een klein werkje voor Galerie Sille in Oudewater. Op de achtergrond zie je nog net een groot werk wat ik eveneens voor Sille aan het maken ben. Zwart-witte streepjes en ritme. Links daarvan zie je werk wat vandaag gevernist moet worden en ingelijst. De lijst voor ‘Red & blue for a collorised clue’ moet nog gemaakt worden.
Maar vandaag ben ik vooral erg gecharmeerd van weer zo’n klein juweeltje van de zilveren schoentjes, de streepjes en de kleurrijke rok. Dat zilver van die schoentjes zie je bij de eerste schets al ontstaan. Nu nog heel ruw, maar straks heel scherp uitgewerkt.
Nu zijn alle ezels weer in gebruik en kom ik zelfs een ezel tekort. Dat was even geleden wel anders. Toen was ik maanden lang alleen maar bezig met het Mathilde drieluik waar ik niets van kon laten zien omdat er nog een verrassing bewaard moest blijven voor de onthulling.
Het drieluik staat nu bij Art Gallery Pot, waar ik aanstaande Zondag, voor de opening van de solo expositie aldaar, aanwezig zal zijn.
Maar vandaag ben ik aanwezig bij de opening van de nieuwe tentoonstelling bij Galerie en Kunstcafé Lokaal 54. Dit is de vaste plek waar ik mijn zogenoemde ‘Zeeuwse collectie’ heb ondergebracht. Al het werk dat ik maak dat geïnspireerd is op mijn woon,- en werkomgeving, is hier permanent te zien.
Met al die activiteiten moet ik tijd vrij maken om te schilderen. Dat doe ik bij voorkeur ‘s-ochtends omdat ik dan het meest creatief ben en ook het meest uit mijn handen krijg. En dat komt me goed van pas, want het is druk in het Zeeuwse, op dit moment.
Frans Dingemanse (links)
Gisterenavond was ik aanwezig op de opening van de Paeremessen tentoonstelling in het Museum ‘Het Warenhuis‘ te Axel waar meester houtsnijder Frans Dingemanse en collega schilder Wout Kole aanwezig waren om hun werk toe te lichten. We werden getrakteerd op drie zeer interessante lezingen over dit onderwerp en we konden ons vergapen aan een heel mooi overzicht van dit bijzondere en beroemde stukje houtsnijkunst en geschiedenis.
Het museum van Axel (Land van Axel) is voor mij een walhalla op het gebied van streek eigen kunst, geschiedenis en verhalen. Over die streektrots en het Land van Axel ga ik ook nog een bijzonder monumentaal werk maken wat mogelijk hier onthuld gaat worden. Daarvoor maakte ik gisteren gelijk wat afspraken. Een ode aan het Land van Axel en dat is dan gevat in een monumentale lijst die ik momenteel ook al aan het maken ben. Ook dat wordt weer een lang verhaal en veel werk, maar zo mooi en krachtig om te maken dat ik daar de tijd voor neem. Ook dat is weer zo’n werkstuk waar ik weinig tot niets over kan laten zien omdat er een verrassing over moet blijven voor de onthulling.
Hierboven zie je het begin van die monumentale lijst. Wie me al een tijdje volgt weet dat dit eigenlijk bedoeld was voor het altaarstuk dat ik wilde maken voor het Mathilde drieluik. Een leuk plan, maar het werk werd 4.5 m. hoog en was vrijwel nergens te plaatsen. Om die reden zag ik daar van af en gebruik ik nu die elementen van dat oude houten geval voor een nieuw monumentaal lijstwerk voor dat schilderij dat ik wil gaan maken over streektrots. Bovenin en onderin komt een tekst te staan die verwijst naar de zilveren Axelse broekstukken die bij de Axelse streekdracht hoort. Onderin komt de tekst ‘Het Land van Axel’ te staan. Een begrip in deze regio.
Enorm paeremes en een van de tentoongestelde werken van Wout Kole
Een dergelijk werk is natuurlijk een uitgelezen onderwerp voor het Axels museum. Vandaar dat ik meteen met de mensen van het museum, die ik inmiddels zeer goed ken, al iets af kon spreken voor de nabije toekomst.
Met de zeer ervaren houtsnijders, waarvan er drie aanwezig waren, kon ik nog even lekker bomen over het houtsnijwerk wat ik wil gaan maken voor de monumentale lijst voor mijn ‘streekttrots schilderij’. Tevens kwam ik hier ook de ‘paardemannen’ tegen van ‘het Zeeuws werkpaard’. Daar kon ik gelijk afspraken mee maken voor het fotograferen van zo’n noest Zeeuws werkpaard wat op dat schilderij moet komen te staan.
Je kunt dus wel stellen dat ik me, hier in het Zeeuwse, geen moment hoef te vervelen.
En als ik dan van het atelier uit terug naar het huisje loop, om dit verhaal op te schrijven, en de zon door zie breken, die de frisse ochtend en de dauw in de tuin gaat verdrijven weet ik dat met mijn stap om hier te gaan wonen en werken een geweldig goede stap heb gezet. Er gaat vandaag ook nog een beetje gewerkt worden in de moestuin en de Rayburn brand al weer om alles compleet te maken met een pan overheerlijke tomatensoep uit mijn eigen hof. Al schrijvende merk ik op dat ik eigenlijk al in de hemel zit en dat er toch een klein nadeel kleeft aan het wonen in zo’n heerlijk land. Als je zo leeft wil je nooit meer sterven.