Met de leerlingen van mijn teken en schilder klas van Cultuureducatie Zeeuws Vlaanderen ben ik vandaag naar het Groeningemuseum te Brugge geweest. Dat maakt deel uit van het ‘cultuur menu’ waarmee we deze jonge artiesten al een beetje wegwijs maken in het land der kunsten.
In dit bijzonder boeiende museum voor schone kunsten kun je oog in oog komen met heel beroemde werken uit een ver en grijs verleden. In Brugges Gouden Eeuw, de 15de eeuw, regeerden de schone kunsten. In het kielzog van het Bourgondisch vorstenhuis, vestigden zich de grote Vlaamse Primitieven zoals Jan van Eyck en Hans Memling.
Omdat we sleutels aan het schilderen zijn volgens de werkwijze van dergelijke oude meesters was het voor de leerlingen natuurlijk een heel boeiend uitstapje. We zijn aan het werk in een vorm van trompe l’oeil en in dat genre hoopten we veel te kunnen vinden in dit museum,maar er bleek maar één schilderstuk te hangen wat werkelijk aan die wens kon voldoen. Erg was dat natuurlijk niet, want we kwamen ook voor een mooie les ‘kunst kijken’ onder de deskundige begeleiding van een dame van dit museum die ons tal van bijzonderheden wist te vertellen over de geweldige werken die daar hangen en ons een kijkje kon geven in onder liggende lagen van zo’n beroemde oude meester.
En daar hing hij dan. Het enige, maar dan gelijk ook heel heftige, trompe l’oeil (bedrieg het oog) schilderij van het museum. Als je aan komt lopen is het net alsof je de vogels van het doek af kan pakken.
En dan alle andere meesterwerken. Het is altijd wel een bijzonder moment wanneer je zomaar oog in oog staat met zo’n werk dat je alleen maar uit de boeken kent. De verhalen achter zo’n werk worden door de gids zichtbaar gemaakt.
En dan hoor je de bijzondere verhalen die achter zo’n schilderij steken. Heel veel symboliek die ergens naar verwijst om de personen die er op afgebeeld staan te duiden. Met zo’n gids zie je veel meer dan wanneer je zomaar wat rondkijkt.
Dit werk, bijvoorbeeld, laat een heel verhaal zien, een boek vol, over hemel en hel. Een thema wat ik vandaag de dag probeer samen te vatten in mijn eigen altaarstuk voor Sinterklaas. Wat voor mij belangrijk was was de wijze waarop de meester het destijds had neergezet. Dat helpt mij weer om te begrijpen hoe ik dit werk moet gaan maken.
Maar links bovenin zien we iets wat ons allen bezig houdt tijdens de schilderles. We zien Petrus met de sleutel van de hemelpoort. In de schilderkunst werd (en wordt door mij nog steeds) veel symboliek gebruikt om een verhaal te kunnen vertellen. De sleutel staat symbool voor de toegang tot het spirituele. In dit geval dus de hemelpoort en de hemel. Zo’n schilderij brengt je dan tot denken aan een zoektocht die een beetje te vergelijken is met de Da Vinci code.
En dan heb je nog de stad Brugge zelf. Een walhalla voor elke toerist en ondanks de kou waren die er ook vandaag massaal aanwezig. Je wandelt door een sprookjesparadijs. Alles wat ik zie is betoverend mooi en indrukwekkend.
Op weg naar de echte Belse frieten, die overigens door een commerciële Chinees werden gebakken, zagen we een wereld van stenen betovering aan ons voorbij gaan. Eerst de Vlaamse meesters, daarna de Vlaamse architectuur. Dit gaat mij enorm aan inspiratie helpen.