Hierboven zie je een foto van vanmorgen in het atelier. Ik ben nog steeds druk met het altaar retabel voor Sinterklaas en op de ezel zie je het schilderij van de hel staan dat helemaal onderin het altaar retabel komt te zitten. Wat helaas weinig mensen weten is dat dit onlosmakelijk bij de vertelling van het oorspronkelijke Sinterklaasfeest hoort. Door de jaren heen is het verhaal op grond van eigen interpretatie, gebrek aan kennis en belangstelling voor de geschiedenis en door fantasie die bij de tijdsgeest hoort, steeds een beetje verder aangepast waardoor het helemaal van de kern verwijdert raakte en uit kon groeien tot een soort van kermis en carnaval in een bak los zand.
Om die redenen is het Sinterklaasfeest al lang niet meer wat het ooit was. Vandaag de dag kan het beter Zwarte Piet feest genoemd worden en omdat ik me daar gruwelijk aan kan ergeren heb ik destijds het plan opgevat om het verhaal nog een keer helemaal te vertellen zoals het ooit verteld werd. Het verhaal van hemel en hel, goed en kwaad. In olieverf op tien panelen.
Gisteren was ik in de gelegenheid om met vrienden uit IJzendijke helemaal naar Montfoort te reizen om daar een bijzondere veiling mee te maken van een grote verzameling spullen die met het Sinterklaasfeest te maken hebben. Mijn bijzondere belangstelling ging uit naar boeken. Ik zocht een boek, uit de goede tijd, waarin het juiste verhaal beschreven stond. Dan moet je terug gaan in de tijd en kom je uit in de periode van vóór 1950. En dat boek vond ik vrijwel direct in een vijftal grote dozen vol boeken over het Sinterklaasfeest.
Het stamt ergens uit de jaren ’40 – ’50 en ik las op de cover de tekst: ‘Bevattende: klassieke en moderne verhalen en verzen, alsmede raadgevingen, recepten, wijzen, leisen en al hetgeen men voor een richtige Sinterklaasviering dient te weten en daarna ook weer spoedig te vergeten.’
En dan de auteurs… Godfried Bomans, Annie M. G. Schmidt, Fiep Westendorp, etc. etc. Voorovergebogen over een doos vol boeken, met aan weerszijde driftig zoekende andere belangstellenden, gaat mijn hart meteen sneller kloppen. Het bestaan van dit boek kende ik niet. Als ik zo wat door de inhoud blader weet ik dat ik beet heb. ‘Zonder gedicht gaat het niet, paedagogische kanttekeningen, hoe richten we de avond thuis in, organisatie van kinderfeesten in groter verband, over het geven, over het maken van een tabberd en het schminken, de lekkernijen, surprises, Sinterklaas legenden, enige richtlijnen (van Godfried Bomans), etc. etc.
Maar ik vond nog meer boeken. Een belangrijke uit 1926 en een nog interessantere uit 1886! Mijn dag kan niet meer stuk. Voor een paar Euro ben ik de eigenaar.
Het Sinterklaasfeest was toen nog omgeven met een waas van geheimzinnigheid. De mythe stond nog bovenaan het verlanglijstje van elke vertolker. Handige knutselaars werden voorzien van nuttige informatie over hoe je, bijvoorbeeld, het beste een baard voor de Sint kon maken van vlas. Of hoe je een mijter van rood gekleurd karton kon maken en een ‘gouden staf’ kon maken van een plaatje triplex en een bezemsteel. Zo heb ik het Sinterklaasfeest ook beleefd. Ik stam van ná 1950 (1960 om precies te zijn) en toch heb ik van mijn ouders al deze wijsheden meegekregen.
In die tijd was het feest nog van het volk en niet van de televisie, de showmaster, de politicus, of de commercie. We gingen nog massaal naar de kerk en we wisten hoe de religie en het feest met elkaar verbonden waren. We wisten toen dus ook nog hoe het verhaal in elkaar zat en hoe het verteld moest worden. Na de jaren ’60 kwam er de klad in, omdat men ontdekte dat er geld mee verdiend kon worden, en begon het feest aan een opleving in populairiteit waarna het rond de jaren ’80 carnavaleske vormen aan begon te nemen. Je kunt dus wel stellen dat het feest, vandaag de dag, door eigen succes ten onder dreigt te gaan.
Een kavel met bakblikken, vormen voor chocolade Sinten en letters passen uitstekend in mijn keuken. Maar ik hield me in.
Tijdens de veiling zie ik tal van zaken voorbij komen die mijn belangstelling hebben. Met name alles van vóór 1950 is interessant. Omdat ik me had voorgenomen om me alleen op interessante literatuur te richten kon ik de verleiding weerstaan om niet met een volle bak naar huis terug te keren.
Mijn buit bestaat uit een stapeltje boeken en een glas met het oude logo van het SNG er op. Terugkijkend op deze dag zie ik dat alle kwartjes op zijn plaats zijn gevallen. Wat ik dacht blijkt juist te zijn. Uit gesprekken met de vele bekenden uit ‘het wereldje’ merk ik op dat iedereen terug wil naar het oorspronkelijke feest met bovenaan het verlangen naar de terugkeer naar de huiskamer, de mythe, de saamhorigheid, de gezelligheid en de onbeschrijflijke atmosfeer die het Sinterklaasfeest hoort te hebben. Op dat punt zie ik dat het altaar retabel voor Sinterklaas volledig aan die wens gaat voldoen. ‘Niet het vele is goed, maar het goede is veel’.