Het was weer zo’n dag die ik voor geen goud wilde missen. Behalve voor tal van tuin en brood-bak-wetenswaardigheden kwam ik ook voor het beeld naar Tiengemeten om een hoop foto’s te kunnen maken van iets wat ik het best zou kunnen omschrijven als ‘de weg terug’. Terug naar het beeld wat ik in mijn jonge jaren als zaligmakend beschouwde door het eindeloos doorbladeren van de boeken van Rien Poortvliet.
Dit beeld bijvoorbeeld. Het voltrekt zich niet alleen voor mijn ogen maar na enkele minuten zit je er zelf helemaal in. Het is beslist een van de mooiste momenten om alla prima te gaan schilderen maar hier wordt gewoon gewerkt en eer ik hier een veldezeltje heb neergezet is de boer met zijn kar al weer weg.
Dan maar kijken, fotograferen, contacten leggen en genieten. Zelfs schetsen heeft weinig zin. Alles is in beweging en voor je het weet is het al weer weg. Behalve het landschap. Maar vandaag heb ik ook daar geen tijd voor omdat er zoveel te zien en te beleven is.
Neem bijvoorbeeld deze mensen. Ze komen uit Dordrecht en laten vrijwel alle traditionele boeren kostuums zien die er ooit bestaan hebben. Gewone mensen worden ineens prachtige mensen met een heel eigen identiteit. Je kunt in één oogopslag zien waar ze vandaan komen. Marken, Volendam, Middelburg of Enkhuizen. Dat leerde je vroeger op school.
Het oudste lid van deze dansgroep is 83 jaar en danst nog steeds met zichtbaar plezier mee met de groep. Elk kostuum heeft zijn eigen verhaal, emotie en historie. Als je hier even wat meer aandacht voor hebt zie je iets wat veel verder gaat dan zomaar wat nostalgie.
Ik kan het zo gaan schilderen. Héél veel van dit soort prachtige portretten. Dan schilder ik toch mijn tijd want ik zag dit met eigen ogen in mijn tijd waarin we allemaal op de een of andere wijze de weg terug aan het zoeken zijn. En hoe mooi zou het niet zijn als je dit weer gewoon terug zag in het straatbeeld. De betekenis van het leven krijgt dan weer een kans.
En dan dat leven met dieren. Mensen die, samen met hun dieren, werken op het land. Ze halen, bijvoorbeeld, met elkaar de oogst binnen. Dat is wel even iets anders als even naar de supermarkt lopen voor een plofkip.
De laatste kar met hooi binnenhalen. De boer plant een riek bovenop zijn kar vol hooi met daaraan zijn rode zakdoek om aan te geven dat hij zijn oogst binnen heeft. Daarna kan hij zijn collega’s gaan helpen. Een onbeschreven wet die mooier is dan je zo op het eerste gezicht zou denken. Vanzelfsprekende collectiviteit.
En dit is iets waar ik heel erg in geïnteresseerd ben. De veldoven. De bakker heeft dat ding meegebracht om op het veld brood te gaan bakken. Dat willen we op de tuin (Tuinen van Overkroeten) ook. De oven wordt op hout gestookt en de bakker legt me van voor tot achter uit hoe het werkt om het straks zelf te kunnen gaan doen op de tuin met onze zelf gebouwde leemoven.