Gisteren goed door kunnen werken aan het Zeeuws boeren portret ‘Zondagse kool’. Het is het verhaal van een Protestante Zeeuwse boer (in Axelse dracht, zoals dat ook hier op d’n Oek (Hoek) gedragen wordt) die in zijn zondagse kostuum de moestuin inloopt om een kool te oogsten voor de warme maaltijd. In de ene hand een kool en in de andere hand zijn tuindersmes waar hij alles mee doet op en rond het land.
De boer respecteert, uiteraard, de zondagsrust. Dat betekent dat hij niet mag werken op de dag van de Heer. Dat gold zowel voor Katholieken als Protestanten en dat is iets wat hier nog steeds in ere gehouden wordt, hoewel lang niet iedereen zich tegenwoordig hier aan houdt. Deze boer heeft toch een klein beetje gewerkt op Zondag. Maar dat wordt hem vast wel vergeven omdat hij er voor zorgde dat er iets heerlijks op tafel kon verschijnen. Met zijn zakmes is hij de moestuin ingelopen om een kool te oogsten.
Normaal gesproken gebruikt hij daar zijn ‘paeremes’ (paardenmes) voor. Daar snijdt hij de bladeren van de kool me af, smeert hij zijn boterham mee en steekt hij de zware klei van zijn klompen af. Maar zo’n boeren juweel heb ik (nog) niet in mijn bezit. Je kunt zo’n mes nieuw laten maken door een kunstenaar uit Zaamslag, die de kunst van het maken van dergelijke kunststukjes beheerst.
Behalve het geweldig mooie snijwerk heeft dit mes nog een extra bijzonderheid wat de vakbekwaamheid van de maker onderstreept. Namelijk een klein houten balletje in het heft. Dat is daar niet ingestopt maar uitgesneden in de vrijgemaakte holte van het heft. Hoe men dat flikt is mij nog steeds een raadsel.
De collectie ‘Zeeuws werk’ groeit gestaag. In mijn huiskamer kan ik alles even overzien. Het werk ‘Zondagse kool’ is momenteel in de maak, en dus nog niet af. Ik heb me gisteren vooral gefocust op het schilderen van de Axelse broekstukken en daar ga ik vandaag mee verder. Inspiratie genoeg, hier in Hoek, en er gaat nog veel volgen. Landschap, dorpsgezicht, het moleninterieur, het molenaarsportret, nog veel meer over de streekdracht en natuurlijk het leven van het land. Ik kan voorlopig wel even vooruit.