Een zomerochtend in Hoek

De Rayburn staat klaar voor installatie in de landelijke keuken.

Jaren geleden kocht ik dit huisje, met tuin en atelier, om er te gaan wonen en werken, maar vooral om er zo veel mogelijk te gaan genieten van het leven. Landelijk wonen en werken was een lang gekoesterde wens van me die in vervulling ging. Ik zit hier dus niet alleen te schilderen.

Met een moestuin heb je vanzelfsprekend ook een keuken, waar alles wat van de tuin komt klaar gemaakt kan worden om het op te eten. Sinds afgelopen Zaterdag ben ik in het bezit van een echte Rayburn. Een hout, en ook kolen, gestookt fornuis uit 1949 wat helemaal bij mijn huisje past en mijn wens om niet alleen te koken en te bakken, op dit kookmonument, maar ook om er mijn huis mee te verwarmen en warm water te kunnen tappen.

Een Rayburn is een Rolls Royce onder de ‘cookers’ en hoort echt thuis in de landelijke keuken. Een van mijn vele wensen is hiermee in vervulling gegaan en op dit moment ben ik het fornuis aan het ontdoen van de ingebouwde boiler. Die gaat straks mijn hele huis verwarmen, maar daarvoor moet eerst nog een verwarmingsplan ontworpen en uitgevoerd worden. Het wordt een vorm van vloerverwarming die ik ooit in Engeland zag. Omdat de boiler niet drooggestookt mag worden gaat hij er dit jaar uit en vul ik de plaats op met vuurvaste stenen. Dan kan ik lekker koken en bakken en op mijn gemak het verwarmingsplan ten uitvoer brengen.

Buiten staat nog steeds de fundering voor mijn kolenkot, die ik dit jaar al hard nodig zal hebben. Vóór eind Augustus moet die helemaal klaar zijn. De komende tijd heb ik dan ook nog een aardige klus voor handen om dat kot te gaan bouwen. Vanochtend meet ik alle nodige materialen op om te gaan bestellen.

In mijn moestuin wachten de aardappelen om gerooid te worden. Daar maak ik alvast een begin aan door de planten te rooien die te dicht op het tuinpad staan. Die groeiden er al aardig overheen.

Per plant haal ik ongeveer 2 kilo aardappelen (Frieslanders) naar boven. Van 2.5 kilo pootaardappelen haal ik ongeveer 60 kilo aardappelen op. Daar kan ik een eind mee komen dit jaar. De aardappelen worden straks allemaal gerooid en ‘opgekuild’ op de tuin. Dat is de beste bewaarmethode.

In de kas groeien tomaten, paprika’s, augurken, pepers en komkommers. Ik haal even een handje cherry tomaatjes op voor een boterham met kaas. Mijn landelijke ontbijt. De cherry tomaatjes zijn erg goed van smaak en ook heel geschikt om te bakken met een eitje, wat knoflook, ui en kaas.
Zo heb ik alles bij de hand om vers te kunnen eten van mijn moestuin en nu begrijp je misschien beter waarom ik zo’n hoop moeite doe om een echte Rayburn te installeren in mijn keuken. Alles wat ik van de moestuin haal kan dan direct de pan in.

 

Elders in mijn tuin is de boomgaard gevestigd. Daar staan een paar prachtige oude fruitbomen waar ik nu al de eerste pruimen kan oogsten. Verder staat er een appelboom vol heerlijke appeltjes van het een of ander onbekend ras en een perenboom (conference) waar ik elk jaar een lading fruit uit kan kloppen.

Vorig jaar had ik zoveel fruit dat ik het nooit op tijd op kon krijgen en daarom besloot ik dat fruit te gaan persen en te bottelen volgens een ouderwetse inmaak methode. Ook daar heb ik een stevig fornuis voor nodig, want een weckketel, vol kokend water, is te zwaar voor een gemiddeld modern fornuis op gas. Behalve limonade en cider maak ik ook nog steeds alle andere tuin producten in, zoals augurken. Dus die weckketel wordt hier nog echt intensief gebruikt. Met de Rayburn kun je de temperatuur van 90˚ exact regelen om alles volgens het boekje in te maken. Ik ben beslist niet goedkoper uit door alles zelf in te maken, maar ik weet wat ik eet door alles zelf te doen. Daarnaast is het ook een echte hobby van me geworden. Dit jaar ga ik ook mijn eigen ketchup maken. Het draait dus niet om goedkoop eten, maar om smaak, want ik weet exact welke rassen in moet telen om de lekkerste tuinproducten op mijn bord te krijgen.

In het atelier wacht eveneens nog een hoop werk. Net voltooid werk staat klaar voor een expositie en ik ben begonnen aan de bouw van het altaarstuk voor het drieluik van Mathilde.

Intussen geniet ik van de vers geoogste pruimen die geweldig goed smaken. Nu zijn de eerste te oogsten en straks zijn er pruimen in overvloed. Dan komen ze op zeker moment je neus uit. Wat dan nog over is kan ingemaakt worden tot een heerlijke jam. Vele potten vol. Daar kan ik dan weer een hele tijd jam van eten. Afgewisseld met aardbeienjam. Want ook die worden nu ingemaakt. Meneer Unilever zal niet rijker van mij worden dan hij al is.

En dan heb ik dit nog om handen. Twee binnenblinden, zoals dat heet, voor mijn interne kast voor het trapgat in huis. Hier moet ik nu nog een kozijn voor maken en de deuren moeten nog netjes geschuurd, gegrond, en afgelakt worden. Het atelier leent zich dus niet alleen voor het maken van schilderijen. er wordt ook volop geknutseld voor in huis. Zo zien mijn werkdagen er op dit moment uit. Ik maak nu wat minder atelieruren omdat er nog zoveel andere dingen liggen te wachten. Maar zodra de grote klussen zijn geklaard zit ik weer hele dagen in mijn atelier om er te schilderen aan alle ideeën die ik heb.