Dat is de titel van dit schilderijtje. Het is een portretje van Thijs, de rechterhand van onze Hoekse molenaar, die het vak aan het leren is. Dat Thijs molenaar gaat worden staat al vast. Ik maakte van hem een foto tijdens de molendag van afgelopen Zaterdag 11 Mei en ik besloot dat later te gaan schilderen.
Het is weer een schilderijtje dat in mijn Zeeuwse collectie past, maar waarschijnlijk heeft het al een bestemming gevonden. Ik ga wel proberen om het straks enige tijd tentoon te stellen bij Galerie lokaal 54, waar ook de rest van de Zeeuwse collectie is onder gebracht, zodat het gezien kan worden.
Achter Thijs zit de zoon van Rinus van Hermon die op dat moment zet te vertellen over smeedwerk. Ook een onderwerp/ambacht wat ons bijzonder interesseert.
Op de foto hierboven zie je het complete plaatje van die bewuste middag. Op de achtergrond zie je een met hout omklede as en daarachter de bak waar het gemalen meel langs naar beneden komt en in de opgehangen meelzak valt. Linksboven op de foto, net boven Rinus, zie je lege meelzakken klaar hangen voor alle kilo’s die die dag gemalen gaan worden.
Rinus verteld hoe hij vroeger met smeedkolen werkte en hoe je in een Zwarte Piet veranderde aan het eind van zo’n dag. In die tijd keek men niet zo nauw als nu en werd er gewoon keihard doorgewerkt. Als je het vak van smid verstond had je werk en kon je goed verdienen. De grootvader van Jelle, die hier in het dorp ‘Stalin’ genoemd werd was zo’n smid. Elke dag stond die op gloeiend ijzer te hameren. Zo’n smid kon feitelijk alles maken wat men nodig had. Van stalen banden rond karrenwielen tot spijkers.