De kwestie ‘Hedwigepolder’ lag ten grondslag aan het idee om het verhaal over de ‘drieling van Terhole’ te gaan schrijven. Het gaat over het onteigenen van grond en boerderijen, het verwoesten van een prachtig cultuurlandschap en geschiedenis, het verloren gaan van de boerenstand, de boeren cultuur en bakermat van ons bestaan en cultuur en de zeer bedenkelijke rol die de ‘natuurbeweging’ in dit geheel heeft gespeeld. Het is mij ook nog steeds een groot raadsel hoe een Nederlandse minister (Henk Bleker CDA) zijn handtekening kon zetten onder een zo schandalig plan. Het scènario voor een ongeloofwaardig slecht toneelstuk dat werkelijkheid werd. Van alle kanten werd gewaarschuwd. Niet alleen vanuit de getroffen boeren en bevolking, maar zelfs vanuit de zakenwereld door niemand minder dan Fernand Huts, miljardair en de grote baas van de Katoen Natie. Maar de politiek wilde niet luisteren, niemand keek echt goed en alles van waarde werd weerloos.
Het verhaal over de Hedwigepolder zal nog lang over de tong gaan. Een verhaal over minachting naar boeren, de boeren cultuur en Zeeuws Vlaanderen, dat gezien wordt als een onbelangrijk stukje niemandsland waar je, vanuit Den Haag en Brussel, mee kan doen wat je wil. Chris de Stoop schreef hier een prachtig boek over. ‘Dit is mijn hof’. Een bestseller.
De emoties liepen, en lopen nog steeds, hoog op. Wie, hier in Zeeuws Vlaanderen, over de Hedwigepolder begint zal gelijk een felle discussie losmaken. In de bovenstaande mini documentaires kun je goed zien en horen waarom.
Als schilder, liefhebber van landschap, en in het bijzonder het boerenland, ergerde ik me al vanaf het begin aan de hele affaire rond de Hedwigepolder. Je kunt daar dan een boek over gaan schrijven, maar dat is al gedaan. Ik ging er over schilderen en maakte het schilderij ‘De drieling van Terhole’. Daar maakte ik een klein verhaaltje bij. Ik koos Terhole uit als plaats van handelen omdat ik dat een prachtig dorp vind met een interessante geschiedenis van ploeteren en vechten tegen de elementen, de politiek en de vergetelheid. Het ligt op een steenworp afstand van de Hedwigepolder en het plaatsje voldoet in alle opzichten aan het decor voor het verhaaltje dat ik er over wilde schrijven.
Het verhaaltje werd een verhaal. Om voor te kunnen dragen tijdens vertelavonden. Ik draaide de rollen om door er een spookverhaal van te maken waarin een vergeten en onbelangrijk volkje ineens bleek te beschikken over een krachtig wapen tegen cultuurbarbaren als politici, zakenlui en schriftgeleerden. Namelijk de kennis over machten en krachten uit de natuur en over magie uit een ver en grijs verleden waar de moderne mens geen weet meer van heeft. Zo kon ik een actuele nare geschiedenis verpakken in een mooi sprookje dat verteld kan worden tijdens vertelavonden in het Zeeuwse.
Om dat verhaal te voorzien van beelden maakte ik een aantal pentekeningen die tijdens zo’n avond getoond konden worden met een beamer als het verhaal voorgedragen werd. Ik had toen dus al een verhaal en de bijbehorende illustraties en het is dan een kleine stap om dat samen te bundelen in een boekje. En zo geschiedde.
Een boekje uitgeven
Het maken van een boekje is dan een klein kunstje. Het is een kwestie van samenvoegen van tekst en illustraties en naar een geschikte lay-out zoeken. Als dat gedaan is heb je een boekje en kun je gaan nadenken over het uitgeven van zo’n boekje. De gangbare weg is zoeken naar een uitgever. Die ontfermt zich dan over jou werk en geeft je in ruil daarvoor een klein bedrag, doorgaans 8% van de verkoopsom per jaar. Die uitgever neemt dan alle zorgen en werk op zich om het boekje in de handel te krijgen, maar dat was dus niet wat ik wilde.
Ik wilde een boekje uitgeven wat ik bij me kon hebben tijdens vertelavonden en exposities. Het is een eerste boekje in een reeks boekjes die ik zelf uit wil gaan geven over mijn streek en de spookverhalen die daarbij passen. Het zijn moderne spookverhalen die zich in het nu afspelen. Zelf verzonnen verhalen die zijn samengesteld uit waargebeurde feiten, relevante geschiedenis en fictie om alles aan elkaar te breien. Ik wilde daar niemand in laten krassen of strepen en ik had meteen al de wens om alles helemaal in eigen beheer te doen. Van het schrijven van het verhaal tot het illustreren van dat verhaal, het zelf bepalen hoe de lay-out er uit moet komen te zien, het laten drukken van het boekje en zelf bepalen waar het te koop mag zijn.
De drukkosten van zo’n boekje is dan de eerste hindernis die genomen moet worden. Hoe kom je aan geld? Zo’n 2500 Euro was nodig om een eerste druk van de grond te krijgen. Ik wendde me tot ‘Voor de Kunst’, het platform voor crowdfunding van de creatieve sector waar ik, als schilder, schrijver en tekenaar, deel van uitmaak. Op het moment dat ik dat wereldkundig maakte werd het opgemerkt door de pers en zo kwam mijn plan om zelf uit te gaan geven in de krant en op de radio. Dat hielp enorm. Op 1 September begon de crowdfunding campagne.
En dat werd een groot succes. Ik haalde zelfs meer geld op dan ik begroot had waardoor er ineens veel meer mogelijk werd. Ook het zelf uitgeven van het volgende verhaal ‘Wiese, de gesel van Axel’, komt in beeld. Het verhaal wat daarop volgt ligt ook al bijna klaar. Het begin is er. Ik kan straks met meerdere titels op tafel gaan exposeren en vertellen.