Gedurende het jaar 2017 en 2018 ben ik hoofdzakelijk bezig geweest met het vervaardigen van het Mathilde drieluik. Een monsterklus die gedaan moest worden omdat ik het noodzakelijk vond dat er een drieluik over het leven van Mathilde moest bestaan. Aangezien dat niet bestond besloot ik dat te gaan maken.
Mathilde was voor mij een van de sleutelfiguren binnen een stroming in de Nederlandse kunstgeschiedenis. Naast Fong Leng en Carel Willink vormde zij de derde component van een haast magisch drietal dat richting gaf aan een opkomende interesse in realisme. In die tijd was abstractie de enige kunstvorm die geaccepteerd mocht worden. In de pers, op academies, op televisie en in de musea was vooral dáár aandacht voor. Mijn aandacht ging vooral uit naar schilders als Dik Ket, Pyke Koch, Joop Moesman, en natuurlijk Carel Willink, om er maar een paar te noemen. De belangstelling voor deze stroming in de Nederlandse kunstgeschiedenis was zo goed als weggevaagd. Mathilde bracht daar verandering in door op te vallen en door haar huwelijk met Carel Willink. Vanaf die tijd steeg de belangstelling in realisme weer.
Als kind had ik al bepaald dat ik realistisch wilde gaan schilderen en een van mijn grote voorbeelden was Carel Willink. Op de academie kreeg ik te horen dat ik niet op realisme af kon studeren. Realisme werd verguisd in een verwrongen kunstmoraal die abstractie diende te verheffen boven al het andere. Maar met Carel Willink was men wat voorzichtiger omdat hij deel uit maakte van een soort heilige artistieke drie eenheid die sterker was dan de zorgvuldig samengestelde gebakken lucht van critici. Daarom was dit trio voor mij enorm belangrijk.
Als klein ventje van 10 jaar bezocht ik ooit met mijn ouders en mijn broertje een tentoonstelling van Carel Willink in Amsterdam. Daar zag ik het portret dat Carel van Mathilde schilderde met het parelhesje. Een beroemd werk dat later nog door Mathilde vernield zou worden.
Dat schilderij maakte zo’n indruk op mij dat ik zelf de kunst onder de knie wilde krijgen om zo iets moois te kunnen schilderen. Dat lukte aanvankelijk niet best, maar gedurende de periode die volgde raakte ik hier sterker door geobsedeerd dan wat ook anders. Ik schafte me olieverf aan en schilderde op knullig geprepareerde paneeltjes die ik maakte van het hout van sigarenkistjes. Uiteindelijk lukte het me om heel dicht in de buurt van mijn grootste wens te komen. Lange tijd hebben mijn ouders die probeersels nog bewaard, maar op zeker moment zijn ze weggegooid. Toen vond ik dat geen probleem. Nu heb ik daar wel wat spijt van.
De drie panelen
- De wil is sterker dan de dwang
Op het linker schilderij zie je Mathilde op 5 jarige leeftijd. Het is dan 1943 en Nederland beleeft op dat moment de tweede wereldoorlog. Mathilde heeft een lappenpop die zo frivool en vrolijk is dat je al een beetje kunt zien welke richting ze uit wil gaan.
Op de achtergrond staat een zwijgende massa. Het zijn streejdracht poppen die alle Zeeuwse drachten vertegenwoordigen. Poppen die zwijgend toekijken. Zij vormen symbolisch de bevolking van Zeeuws Vlaanderen die eigenlijk niet goed raad weten met een kind dat er vreemde dromen op na houdt. Dromen over beroemd worden behoren niet tot de Zeeuws Vlaamse cultuur en werkelijkheid van dat moment. ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, is het devies. In die optiek valt Mathilde buiten de boot. Haar droom wordt gezien als dwaas en onrealistisch. Boze tongen beweren zelfs dat Mathilde gek is, maar die veronderstelling gaat mank als blijkt dat Mathilde over een hoge intelligentie beschikt die haar leergierig maakt. Van haar zus hoorde ik dat Mathilde altijd op haar kamertje zat te studeren. Eindeloos lang.
Helemaal op de achtergrond zie je de kerktorens van Hulst, Terneuzen en Sint Jansteen. Dat zijn de plaatsen in Oost Zeeuws Vlaanderen waar Mathilde opgroeide en zichzelf ontwikkelde tot wat ze later zou worden.
De lappenpop die de kleine Mathilde vast houdt is gemaakt door kunstenares Isilareina (Ineke Reina Wiersema) speciaal voor dit schilderij gemaakt. Van Cerila hoorde ik dat Mathilde een lappenpop had die er ongeveer zo uitgezien moet hebben.
Saillant detail bij dit werk is dat het meisje dat model gestaan heeft voor Mathilde op 5-jarige leeftijd de kleindochter is van Cerila de Doelder. Zij is familie en dus een directe verwant van Mathilde.
2. Afscheid van de stad (Terneuzen)
Mathilde ontwikkelde een steeds sterker wordende drang om volledig vrij te zijn en zichzelf te ontwikkelen als een mega-diva. De stad Terneuzen bleek voor haar te klein en door haar studie had ze zichzelf in staat gesteld om naar Amsterdam te vertrekken om daar oude talen en kunstgeschiedenis te gaan studeren.
Haar vertrek uit Zeeuws Vlaanderen was voor velen geen verrassing. Menig leeftijdgenoot had dit al aan zien komen, maar wat niemand verwachtte zou gebeuren. Mathilde voelde de roem en de aandacht die ze in Amsterdam zou krijgen. Misschien niet concreet, maar ze voelde wel de contouren van een stad met onbegrensde mogelijkheden.
Op dit schilderij zie je haar staan op de Scheldedijk met uitzicht over de Schelde. De overkant lonkt. Hemelsbreed gezien kijkt ze naar Amsterdam. Op de achtergrond zie je enkele prominente gebouwen van Terneuzen, zoals het oude postkantoor, dat toen nog in gebruik was en waar we het drieluik mochten exposeren tijdens de Mathildedag 2018, Café Pension The Chandelier, de kerktorens van de Grote kerk an de Noordstraat en de toren van de Willibrorduskerk.
Rondom haar zie je vele klaprozen. de lievelingsbloemen van Mathilde. In de schilderkunst staan die bloemen symbool voor neergang. Dat stamt uit de eerste wereldoorlog toen men klaprozen aanzag voor het bloed van de gevallen soldaten.
Rechts in beeld zie je de raaf. Hij staat symbool voor de verkondiging van het nieuwe leven. Het nieuwe avontuur, maar ook voor de dood.
3. Was die roem je dood wel waard?
Mathilde ontwikkelde zichzelf in Amsterdam tot wie ze wilde zijn. Door een ontmoeting met Schilder Carel Willink en kunstenares Fong Leng, ontstond er een bijzondere chemie die haar snel beroemd maakte. Dagelijks stond Mathilde in tijdschriften en poseerde ze voor vele beroemde fotografen.
Mathilde had haar doel bereikt. Haar droom was uitgekomen en kreeg bijna mythische proporties. Een Zeeuws meisje werd op handen gedragen in Amsterdam dat zich net begon te roeren in woelige tijden. Door de opkomst van de jeugdbeweging, de popmuziek, de jongeren cultuur en Nouveau Riche ontstond er een gunstige mix van stijlen waarin Mathilde zich als een vis in het water voelde en zich kon ontwikkelen tot society ster. Daar profiteerden zowel Carel Willink als Fong Leng van. Mathilde had nooit zo’n ster kunnen worden zonder hen. Ze hadden elkaar nodig. De artistieke drie eenheid was en feit en de chemie die deze combinatie met zich meebracht bereikte al snel alle huiskamers in het hele land en ver daarbuiten. Maar ook in Zeeuws Vlaanderen en met name Terneuzen. Er werd sterk wisselend over Mathilde gedacht en gesproken. De een verafschuwde haar dolle streken, de ander verheerlijkte het. Een tussenvorm was er eigenlijk niet. Mathilde liet niemand onverschillig.
Maar aan elk sprookje komt een eind. Niet zelden een bitter eind. Op 25 Oktober 1977 werd Mathilde dood op bed aangetroffen. Ze was gedood door een kogel die door haar hoofd geschoten was. Moord of zelfmoord? We zullen het waarschijnlijk nooit weten. Voor beide theorieën is evenveel te zeggen. En waarom moeten we alles weten. Mathilde heeft inmiddels mythische proporties gekregen. Haar dood mag in het ongewisse blijven zodat de mythe in tact blijft.
Mathilde stierf in Amsterdam, waar ze ook begraven werd. Haar dood is omgeven met raadsels en haar begrafenis liep uit op en regelrechte chaos. Als in een schilderij van Jeroen Bosch. Alles aan en om Mathilde heeft dat mythische karakter wat je aantreft in oude overleveringen van verhalen over heiligen en goden.
In het derde schilderij laat ik Mathilde opstijgen uit haar beroemde hemelbed. Op weg naar het hiernamaals met haar pop, een werk van Isilareina (Ineke Reina Wiersema). Haar droom die niemand haar af kan nemen.
Het bijzondere aan Mathilde vind ik wel de haast mythische situatie waarin zij leefde. Haar verhaal zou opgetekend kunnen staan in oude geschriften over mythische personen die ooit bestaan hebben in een ver en stoffig verleden. Het verhaal van Mathilde speelt zich echter af in de moderne tijd. Het sprookje ontwikkelde zicht tot op een hoogtepunt en stortte daarna in. Mathilde heeft haar sporen nagelaten en haar verhaal wordt nog steeds doorverteld.
Lang niet alles aan het verhaal van Mathilde is vrolijk en voorzien van vele kleuren. Ze had ook een donkere zijde die zich manifesteerde in driftbuien en woedeaanvallen die gepaard konden gaan met destructie en vernieling. Zo vernielde ze twee belangrijke schilderijen van Carel Willink op het moment dat deze haar de deur wees. Een van die schilderijen was haar eigen portret met het parelhesje. Het schilderij waar ik zo van onder de indruk was en wat feitelijk mijn motivatie werd om te gaan schilderen.
Carel Willink liet een regel in zijn laatste wil opnemen waarin hij liet weten dat zijn naam nooit meer met die van Mathilde verbonden mocht worden. Het collectief geheugen laat dat echter niet toe, maar met de Mathildedag in Terneuzen doen we een poging om die wil van de schilder te respecteren door Mathilde alleen met haar voornaam te noemen en ,indien nodig, alleen met haar meisjes naam. Iedereen weet dan over wie we het hebben. Het wordt ook een Zeeuws feestje, in Terneuzen, en vanuit die optiek gezien is het logisch dat we haar Mathilde de Doelder noemen, of Tilly uit Terneuzen. Onder die namen staat ze hier bekend en in het geheugen gegriefd.
Hoe je ook over Mathilde denkt en spreekt, feit is wel dat zij velen heeft bewogen en geïnspireerd. Een eenvoudig meisje uit Terneuzen werd een beroemde society ster die vrijwel elke dag in het nieuws verscheen. Als ze over straat liep in Amsterdam wees de tramconducteur zijn passagiers op haar verschijning. Alle inzittenden keken dan naar het raam om Mathilde over straat te kunnen zien flaneren.
Terneuzen heeft niet veel beroemdheden voortgebracht. De stad heeft eeuwenlang het karakter behouden van een werkstad waar geen plaats was voor ‘malle fratsen’, kunst en cultuur. De nuchterheid overheerste, maar een stad zonder kunst en cultuur is nauwelijks een stad te noemen. Een stad als een huis zonder ramen.
Daar is de laatste jaren wel wat verandering in gekomen. Zo bestaat er al geruime tijd een mooie kunstmanifestatie met beelden op de Scheldedijk waar elk jaar duizenden bezoekers op afkomen. Het bijzonder mooie decor van de Schelde leent zich uitstekend voor zo’n manifestatie. Maar we hebben ook een ster die direct aan de stad verbonden kan worden. Een ster die velen heeft geïnspireerd en nog velen zal gaan inspireren. Het werd daarom hoog tijd om de naam van Mathilde met die van Terneuzen te gaan verbinden.
De drukte bij de onthulling deden me denken aan een foto uit het verleden. Toen Carel Willink, Fong Leng en Mathilde het schilderij ‘Statie portret van Mathilde’ gingen onthullen,wat later door Carel tot ‘Afscheid van Mathilde’ werd benoemd.
Dat speelde zich af, ergens in de jaren ’70 van de vorige eeuw, toen mensen nog geen mobiele telefoons hadden. Anders was er beduidend meer beeldmateriaal van geweest. Bij de onthulling van het Mathilde drieluik is enorm veel gefotografeerd en gefilmd. Dat zie ik nog steeds voorbij komen op facebook, bijvoorbeeld. Hieruit blijkt hoezeer Mathilde weer is omarmd door de bevolking van Terneuzen en velen die hier niet wonen. De verloren dochter is thuisgekomen. Dat was ook precies wat we voor ogen hadden toen we de Mathildedag bedachten.
Met de viering van de eerste Mathildedag is die stap gezet. ‘Matilde komt thuis’ is het thema. Haar drieluik mag haar naam voor eeuwig aan de stad verbinden en andersom. Vele nationale en zelfs een paar internationale kunstenaars kwamen naar Terneuzen om hier hun ode aan Mathilde en Terneuzen te brengen.
Het drieluik is momenteel ondergebracht in de Mathildesalon van Restaurant ’t Zusje aan de Nieuwstraat 70 te Terneuzen.